Een individueel aangepast curriculum (IAC) realiseren doorheen de 5 fasen van het cyclisch proces van handelingsplanmatig werken.
Je kunt onderstaande affiche bestellen.

5 fasen

sla link op in klembord

Kopieer

De 5 fasen geven richting en ondersteunen de praktijk om te komen tot kwaliteitsvol onderwijs op maat van leerlingen met een IAC-verslag of OV4-verslag in elke onderwijscontext.

Fase 1: De beginsituatiebepaling

sla link op in klembord

Kopieer

Om gerichte acties te kunnen plannen en uitvoeren is het noodzakelijk dat we een duidelijk beeld hebben van de huidige situatie, de beginsituatie. We zorgen ervoor dat we scherp krijgen wie de leerling is en wat de contextelementen zijn die een invloed hebben op de participatie- en leer-kansen van de leerling.

Context

sla link op in klembord

Kopieer

  • Onderzoek en breng in kaart welke elementen uit de context een invloed hebben op het leren en participeren van de leerling. Denk daarbij aan schoolcontext, thuis- en opvoedingscontext …
    • Schoolcontext: gewoon onderwijs, buitengewoon onderwijs, lesbijwoning, één-campus, …, omgeving en ligging van de school, samenstelling van het schoolteam, populatie van de school, pedagogisch project van de school
    • Thuis- en opvoedingscontext
    • Maatschappelijke context
    • ...

Netwerkpartners

sla link op in klembord

Kopieer

  • Breng in kaart welke relevante partners een netwerk kunnen vormen. Denk daarbij ook aan de leerling, zijn ouders, personeelsleden van de school, de leerondersteuner, CLB, pedagogisch begeleider, medeleerlingen (peers), CAR, MFC, justitie, thuisbegeleiding, hulpverlener, vrijwilliger, PAB, GIO-ondersteuning, …
  • Spreek af wie van die netwerkpartners een rol opneemt in het handelingsplanmatig proces dat leidt tot een IAC.
  • Verzeker dat alle relevante netwerkpartners hun rol opnemen vanuit een gedeelde (inclusieve) mindset rond het leren en participeren van de leerling. Stuur bij waar nodig.

Relevante gegevens verzamelen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Verzamel leerlingengegevens die relevant zijn in functie van het leren en participeren. Je vindt ze terug in verslagen, in observaties, gesprekken en eerdere evaluaties, bij netwerkpartners, via informatie uit de vorige school, in doorlopen zorg- en begeleidingstrajecten  …
  • Relevante gegevens zijn actueel, focussen op ‘need-to-know’ en zijn gebaseerd op verschillende bronnen.
  • Hou hierbij voldoende rekening met het perspectief van de leerling en zijn ouders: wat vinden zij belangrijk?

Toekomstperspectief

sla link op in klembord

Kopieer

  • Onderzoek en beschrijf het toekomstperspectief van de leerling met een open en brede blik, gericht op de deelname aan de school en de samenleving, op korte en langere termijn.
  • Beluister hierin de stem van de leerling zelf, zijn ouders en hun netwerk om te achterhalen wat voor hen belangrijk is.
  • Ga daarbij uit van mogelijkheden.

Ontwikkelingsgericht perspectief en natuurlijke context

sla link op in klembord

Kopieer

  • Ga na wat de leerling nodig heeft in functie van zijn verdere ontwikkeling.
  • Laat je daarbij inspireren door wat passend is voor leeftijdsgenoten.

De specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften en de ondersteuningsbehoeften van de leerling (SO(O)OB)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Op basis van de analyse van de beeldvorming kom je tot de formulering van wat deze leerling nodig heeft om te leren, heb hier ook aandacht voor de opvoedingsbehoeften van de leerling.
  • Beschrijf welke vorm van ondersteuning daarbij nodig zal zijn.

Fase 2: Doelenselectie

sla link op in klembord

Kopieer

Gevalideerd doelenkader

sla link op in klembord

Kopieer

  • Vertrek vanuit een gevalideerd doelenkader (leerplan, opleidingsprofiel, ontwikkelingsdoelen buo …) passend bij het onderwijsniveau (basis – secundair), afgestemd op de specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling.
  •  Vul waar nodig aan met doelen uit andere (doelen)kaders.

Doelenselectie

sla link op in klembord

Kopieer

Samen met de leerling, de ouders en andere relevante netwerkpartners:

  • Selecteer doelen vanuit de onderwijs- en opvoedingsbehoeften en de ondersteuningsbehoeften die eerder benoemd zijn.
  • Plaats een realistisch aantal doelen in de focus, voor een vooropgestelde periode.
  • Zorg dat de doelen uitdagend, evalueerbaar en op maat van de leerling zijn. (voetnoot OV3)
  • Zorg voor een doelenselectie die gericht is op de harmonische ontwikkeling van de leerling.
  • Zorg voor een doelenselectie die gericht is op leren en participeren.

Fase 3: Voorbereiding

sla link op in klembord

Kopieer

Pedagogisch-didactische keuzes en onderwijsaanbod

sla link op in klembord

Kopieer

  • Maak pedagogische en didactische keuzes die gericht zijn op het nastreven/realiseren van de geselecteerde doelen en die aansluiten bij de SO(O)OB van de leerling.
  • Zorg ervoor dat hierbij voldoende aandacht gaat naar leer- en participatiekansen van de leerling in zijn onderwijscontext (klas, werkplekleren (waaronder stages,…), pedagogische eenheid, …).
  • Heb hierbij aandacht voor de principes van UDL, redelijke aanpassingen en Speciale Onderwijs-Leermiddelen (waar relevant).
  • Vertaal dit in krachtige leeractiviteiten

Verantwoordelijkheid en inspraak

sla link op in klembord

Kopieer

  • Maak de pedagogische en didactische keuzes vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid met alle betrokken teamleden en met inspraak van de betrokken netwerkpartners.
  • Zorg er daarbij voor dat er aandacht gaat naar de ondersteuningsbehoeften van ouders, teamleden en betrokken netwerkpartners.

Structureel overleg

sla link op in klembord

Kopieer

  • Plan voldoende en structurele overlegmomenten met alle betrokkenen.
  • Maak afspraken over de planning van het onderwijsaanbod en leg de taakverdeling vast.

Fase 4: Uitvoering (lesgeven, ondersteunen, begeleiden ...)

sla link op in klembord

Kopieer

  • Realiseer het geplande onderwijsaanbod door interdisciplinair samen te werken met alle betrokkenen.
  • Zorg voor een gedifferentieerde aanpak en een gedifferentieerd aanbod mét aanpassingen op maat van de leerling.
  • Maak werk van een positief, uitdagend en stimulerend leer- en leefklimaat.

Fase 5: Evaluatie (borgen, bannen, bijsturen, bijvoegen)

sla link op in klembord

Kopieer

Productevaluatie

sla link op in klembord

Kopieer

  • Ga na in welke mate aan de vooropgestelde doelen gewerkt is.
  • Ga na welke doelen in voldoende mate bereikt zijn.
  • Ga na of je vooruitgang in de ontwikkeling van de leerling vaststelt.

Procesevaluatie

sla link op in klembord

Kopieer

  • Evalueer of de gekozen pedagogische en didactische aanpak gewerkt heeft. Waarom wel/niet?
  • Evalueer of de samenwerking tussen alle betrokkenen gewerkt heeft. Waarom wel/niet?
  • Ga na hoe de leerling geleerd heeft.
  • Ga na welke aanpassingen effect gehad hebben en welke niet.

Reflectie op professioneel handelen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Ga na in welke mate jullie tegemoetgekomen zijn aan de ondersteuningsbehoeften van teamleden, leerling, ouders en netwerkpartners.
  • Ga na of alle betrokkenen in de samenwerking hebben kunnen doen wat afgesproken en gepland was.
  • Ga na of jullie handelen op maat was van de leerling.
  • Ga na of jullie je rol hebben opgenomen of hebben kunnen opnemen in dit IAC.
  • Ga na wat jullie nodig hebben om je rol in dit IAC ten volle te kunnen blijven opnemen.

Ga na of de vorderingen effect hebben op het vooropgestelde toekomstperspectief.

Decretale basis:
Het decreet leersteun (artikel 109 en artikel 148) wijzigt het decreet basisonderwijs artikel 46 en de codex secundair onderwijs artikel 122/1/0.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio